‘Door de kasboeken ga je anders naar je familiegeschiedenis kijken’

Leestijd verdieping: 3 minuten
Boer Izak Vroege met de hooiwagen
Pieter Vroege met de hooiwagen
Vorige Pagina
Door Syrinx Fakkeldij
Webredacteur


Op het dieptepunt van de crisis in de jaren dertig, volgt boerenzoon Izak Vroege zijn vader Pieter Vroege op en neemt hij het boerenbedrijf over. ‘Hoe zorgt de zoon ervoor dat de boerderij niet failliet gaat?’ is de eerste vraag van onderzoeker Lourens Schuijtemaker wanneer hij de kasboekjes van het boerenbedrijf bestudeert.

‘Het is niet heel gebruikelijk dat boeren kasboekjes bijhielden’, zegt Lourens Schuijtemaker, één van de onderzoekers en geïnteresseerd in de geschiedenis van de agrarische sector. ‘Dat we deze kasboekjes hebben, vertelt ons veel over hoe boeren in de twintigste eeuw hun geldzaken regelden.’ Hij slaat de pagina’s om. ‘Kijk, je ziet gewoon wat erin gaat en wat eruit gaat. Maar waar wij ook in geïnteresseerd zijn, is hoe midden- en kleinbedrijven met tegenslag omgingen.’

Overleven tijdens crises

Het enthousiasme van Schuijtemaker spat er vanaf terwijl hij verder de kasboeken in historisch perspectief plaatst. ‘Wat nog mooier is aan deze kasboeken, is dat het een reeks is. Izak Vroege heeft vanaf de jaren dertig tot 1965 de kasboeken minutieus bijgehouden waardoor wij als historici zicht krijgen op ontwikkelingen en schommelingen. En beter begrijpen hoe zo’n boer ten tijde van crises het hoofd boven water houdt.’

‘De boerderij gaat door een hele kritieke periode’

Hij wijst naar de tabellen in het kasboekje van de jaren 1936 – 1937. ‘Wat we hier bijvoorbeeld zien, is dat de boerderij door een kritieke periode van een jaar en enkele maanden gaat. De zoon komt per maand en zelfs per week bijna niet rond. Daardoor kan hij de pacht aan zijn vader niet betalen.’ Schuijtemaker vervolgt: ‘Wat deze boer doet, is geld lenen van familie: hij klopt aan bij zijn broer, ene I.D. Vroege.’

‘I.D., dat was Dirk Vroege’, verklaart Marjan Vroege, de kleindochter van boer Izak, in een telefonisch interview. Zij stuurde de kasboeken van haar grootvader op naar de universiteit. ‘Dirk had een goede positie binnen de gemeenschap, hij was namelijk niet alleen aannemer met een eigen aannemersbedrijf, maar hij was ook voorzitter van de boerenleenbank én hij was rentmeester van het buitenverblijf van wat nu landgoed Linschoten is.’

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Boer Izak Vroege met hooiwagen

Schuijtemaker: ‘De boerderij blijft bestaan. Volgens de kasboeken was het een slechte tijd, maar ze zijn niet failliet gegaan.’ Na de moeilijke jaren dertig, breekt de Tweede Wereldoorlog aan. ‘Buiten de oorlogsproblemen om, was de financiële crisis voor de boerderij in één klap over’, ziet Schuijtemaker in de kasboeken. ‘Er werd weer winst gemaakt en er kon zelfs gespaard worden.’ Ook tijdens de Hongerwinter kon de familie Vroege rondkomen. ‘Mijn opa en oma hebben geen honger gekend,’ zegt Vroege. ‘Veel mensen kwamen langs de boerderij om eten te kopen en mijn opa stond erom bekend eerlijke prijzen te vragen voor het voedsel.’

Kaas maken

Wat verder opvalt in de kasboeken, is dat de boerderij eind jaren vijftig het kaasmaken, de grootste inkomstenbron, afstoot en melk aan de fabriek verkoopt. ‘Dat heeft ook gevolgen voor de varkens’,  zegt Schuijtemaker. ‘Ik zie in de kasboeken dat er meer melkinkomsten zijn, maar dat de kaasinkomsten verdwijnt. Daardoor verkopen ze nu biggen en geen varkens meer. Dat is logisch, want varkens eten wei, het afvalproduct van kaasmaken, maar dat hebben ze niet meer om de varkens vet te mesten.’

‘Uiteindelijk stopten ze met kaasmaken’

Overigens is het opvallend dat deze boerderij zo lang vasthoudt aan zelf kaasmaken. Vroege aan de telefoon: ‘In die tijd had je van die kaaskeuringen waar je punten voor kon krijgen. Mijn moeders familie kon best goede boerenkaas maken en zij vertelde me dat de boerenkaas van mijn opa en oma minder punten kreeg. Het was, zeg maar, niet de beste kaas. Uiteindelijk stopten ze met kaasmaken omdat mijn oma acute reuma kreeg.’

Een nieuwe blik op de familiegeschiedenis

Vroege, opgegroeid op dezelfde boerderij waar de kasboeken over gaan, vertelt waarom ze de kasboeken heeft opgestuurd aan de universiteit. ‘Toen mijn vader overleed, hebben ik en mijn zus de hele boerderij opgeruimd. Naast de trap die naar de zolder leidde, zat een luikje dat ik nooit opendeed. Maar bij het opruimen bleek daar de administratie van mijn vader te liggen, waaronder deze kasboeken. We keken erin en toen kwamen we allemaal bekende namen tegen. En we zagen in de krant dat de universiteit op zoek was naar kasboeken, vandaar. Het leuke is: met die kasboeken erbij ga je toch anders kijken naar je familiegeschiedenis.’

Tekst gaat verder onder afbeelding.

‘Je ziet alles van zo’n bedrijf gebeuren in een kasboek’

Schuijtemaker bestudeert de archiefstukken.

Ook voor Schuijtemaker werpen deze kasboekjes nieuw licht op de geschiedenis van het boerenleven. Het liefst wil Schuijtemaker meerdere reeksen van boerenkasboekjes hebben. ‘Dan kunnen we dat met elkaar vergelijken, dat is nog niet eerder gedaan.’ Hoe meer hij zijn bevindingen uiteenzet, hoe weidser zijn armgebaren worden. ‘Onderzoek naar kasboekjes laat ook zien welke keuzes een boer maakt. Niet alleen hoe ze omgaan met crisis, maar ook of ze aan risicospreiding doen. En wat ook zo mooi is: je ziet alles van zo’n bedrijf gebeuren in een kasboek. En dat een boer zijn hele leven in het bedrijf stopt.’

Kaas- en melkinkomsten in het kasboek.