‘Een kasboek bijhouden? Je zag vader dat doen en je nam dat over’

Leestijd verdieping: 4 minuten
Collectie Stoelinga
MENEER STOELINGA MET HOOGLERAAR GELDERBLOM.
Kasboeken
Vorige Pagina
Door Lennaert Rooijakkers
Historicus en vrijwilliger


De inzendingen die de onderzoeksgroep van Kasboekje van Nederland ontvangt, lopen sterk in grootte uiteen. De bijdrage van de broers Tom en Gerard Stoelinga mag gerust enorm worden genoemd, en vertelt bijna honderd jaar aan financiële familiegeschiedenis.

Het gros van de kasboeken in de serie is van de vader van Tom en Gerard Stoelinga. Een nauwkeurige man die in 1918 als eerstejaarsstudent wis- en natuurkunde in Groningen begint met het bijhouden van een kasboekje. Een nieuwe pen, een rokkostuum of collegegeld; elke uitgave wordt vanaf de eerste dag stipt genoteerd.

Geen wonder, als je de broers over het gezinsleven hoort vertellen. De familie Stoelinga groeit in de jaren twintig uit tot een gezin met tien kinderen. Omdat het salaris van vader als middelbare schooldocent en later als rector in die tijd niet hoog is, wordt flink op de kleintjes gelet.

Machtige bron

Zoon Tom Stoelinga, zelf historicus, gebruikte de kasboeken eerder bij het schrijven van de biografie van zijn ouders en kent daardoor de waarde van de documenten. ‘Het is een heel machtige bron, omdat je de hele financiële ontwikkeling van de familie vanaf de eerste dag tot ver nadat wij allemaal het huis uit waren kon volgen’, zegt hij. ‘Niet alles is compleet. De kasboekjes van 1943 tot 1945 missen, en aan het einde van zijn leven hield vader zijn financiën bij op hele grote vellen papier die ook ontbreken.’

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Collectie Stoelinga

Vader Stoelinga is in alles precies, maar vooral als het op financiën aankomt. ‘Hij was zich bewust van zijn verantwoordelijkheid om de dingen goed in de hand te houden. Enerzijds vanwege zijn baan, anderzijds vanwege de grootte van het gezin’, zegt Gerard Stoelinga. ‘Het bijhouden van de inkomsten en uitgaven gebeurde daarom met grote zorgvuldigheid. Hij was niet berekenend, zeker niet. Eerder vooruitziend. En hij wilde altijd het beste hebben voor zijn gezin.’

‘Over 35 jaar heeft hij hieraan ruim 80.000 gulden verdiend, een enorm bedrag waarvan de kinderen hebben kunnen studeren.’

Naast zijn werk als docent, verdient vader bij met het schrijven van wis- en natuurkundeboeken. De inkomsten uit het schrijven van deze schoolboeken zijn cruciaal gebleken voor de toekomst van de kinderen, leerde Tom bij het bestuderen van de kasboeken. ‘Over 35 jaar heeft hij hieraan ruim 80.000 gulden verdiend, een enorm bedrag waarvan de kinderen hebben kunnen studeren. Ik wist dat hij er aardig mee bijverdiende, maar dat het zoveel was, was voor mij een eyeopener.’

Uitspattingen

Ondanks de royale neveninkomsten is voor uitspattingen weinig plaats in het gezin. Natuurlijk wordt het 25-jarig huwelijksfeest van vader en moeder goed gevierd, net als andere familiefeesten, maar extravagante uitgaven worden nooit gedaan. Het leven in het ouderlijk huis in Hilversum is goed, maar gespeend van luxe.

‘Moeder wist precies waar het ene product goedkoper was dan het andere.’

‘Het was een sober bestaan, mijn ouders gaven nooit zomaar geld uit’, zegt Gerard, die ter illustratie de inkoopstrategie van zijn moeder aanhaalt. ‘Moeder wist precies waar het ene product goedkoper was dan het andere. Ze kocht heel specifiek in. En als de visboer op vrijdag kwam, stond ze regelmatig flink af te dingen. Ze was erg efficiënt in dat soort dingen, maar ik denk dat het er in veel grote gezinnen op die manier aan toeging.’

Voortzetting reeks

Zo zien de broers van jongs af aan dagelijks hoe je verstandig met geld omgaat. Al worden ze niet ’s avonds aan de keukentafel financieel onderwezen. ‘Een kasboek bijhouden? Dat hebben we nooit geleerd. Je deed dat automatisch toen je eenmaal op eigen benen stond. Je zag vader dat doen en je nam dat over’, zegt Tom.

Zijn broer en hij beginnen daarmee zodra ze het huis uit zijn. De kasboeken die Gerard en Tom bijhouden vormen het tweede deel van de Stoelinga-collectie. In 1967 loopt de reeks van vader af, terwijl Tom in 1960 en Gerard in 1962 beginnen met het bijhouden van kasboekjes. Hun series lopen door tot respectievelijk 2003 en 2013.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Meneer Stoelinga met hoogleraar Gelderblom.

Hierdoor kunnen de onderzoekers van Kasboekje van Nederland bijna een eeuw aan financiële familiegeschiedenis uitpluizen. Uniek, beseft student-assistent Ewout Hasken, die namens het project de kasboekjes van de familie Stoelinga bestudeert. ‘Zo’n reeks biedt een inkijkje in een persoonlijke geschiedenis aan de hand van documenten die je niet zo snel in een archief vindt’, zegt hij. ‘Een kasboekje van een jaar kan net te veel toevalstreffers bevatten om een goede weergave te geven van iemands financiële huishouding. Dus hoe langer de reeks, hoe groter de betrouwbaarheid. Aan de hand van dit soort collecties kun je een bepaalde post, zoals zakgeld of giften aan de kerk, over een langere periode bestuderen en veel meer uitspraken doen over de financiële situatie van het gezin.’

‘Aan de hand van dit soort collecties kun je veel meer uitspraken doen over de financiële situatie van het gezin.’

Welke conclusies Hasken trekt na het bestuderen van de documenten? ‘Het interessante is dat je de inkomsten van meneer Stoelinga ziet stijgen, maar dat er niet zoveel verandert in zijn uitgavenpatroon. De uitgaven gaan wel omhoog, het gezin wordt natuurlijk groter, maar je ziet hem nooit exorbitante bedragen uitgeven. Dat zuinige karakter waar de broers op wijzen, komt dus overduidelijk terug in de kasboekjes.’