De boekhandel als alternatief voor de notaris

Leestijd verdieping: 2 minuten
Door Christiaan van Bochove
Universitair docent De geschiedenis van krediet in Nederland


In de zeventiende en achttiende eeuw gaan Amsterdammers nauwelijks naar de notaris voor het vastleggen van leningen. Hoe regelen zij hun geldzaken? Een collectie van meer dan 800 schuldbekentenissen uit het Stadsarchief Amsterdam werpt licht op deze zaak.

Als een ambachtsman of winkelier in Amsterdam in de achttiende eeuw failliet gaat, neemt de Desolate Boedelkamer van het stadsbestuur de administratie van zijn zaak over. Schuldeisers die nog geld tegoed hebben van de failliete ondernemer, melden zich bij de Boedelkamer. Als de claim klopt en de onfortuinlijke schuldenaar nog bezittingen heeft, dan krijgt de schuldeiser zijn geld of een deel daarvan terug.

Zodra een faillissement is afgerond, zijn de schuldbekentenissen – documenten waarin staat hoeveel de ondernemer zijn schuldeiser precies schuldig is – waardeloos. Ze worden dan weggegooid door de beambten van de Desolate Boedelkamer. Maar  800 schuldbekentenissen, voor bedragen variërend van 20 tot 25,000 gulden, zijn om onbekende redenen bewaard gebleven. Ze geven antwoord op de vraag hoe Amsterdammers zonder tussenkomst van een notaris of andere functionaris krediet kunnen krijgen.

Voorgedrukte schuldbekentenissen

Het eerste wat opvalt, is dat de schuldbekentenissen grotendeels voorgedrukt zijn. Het zijn gestandaardiseerde contracten waar partijen alleen nog maar details als naam en verschuldigde bedrag hoeven in te vullen. Het drukken van contracten wijst op een omvangrijk gebruik: waarom zou je immers keer op keer die standaardgegevens met de hand opschrijven?!

Wat verder opvalt is dat er schuldbekentenissen zijn voor allerlei doelgroepen en soorten zekerheden. Zo zijn er aparte formulieren voor getrouwde stellen en voor (niet gehuwde) mensen die samen geld willen lenen. Als zekerheden kunnen onder andere koopmansgoederen, effecten en de complete inboedel gebruikt worden.

Te koop in de boekhandel

Hoe gangbaar deze schuldbekentenissen zijn, is duidelijk te zien aan de bovenkant van de documenten. Daar is niet alleen reclame te vinden voor de boekwinkel waar de betreffende schuldbekentenis te koop is, maar ook is er een klein zegel gedrukt waarin het belastingjaar vermeld is. De adressen van de boekwinkels maken duidelijk dat de schuldbekentenissen niet alleen te koop zijn in het commerciële hart van de stad, maar dat ze ook beschikbaar zijn in armere buurten.

In het westen van de stad kunnen ze gekocht worden op de Anjeliersgracht, Haarlemmerdijk, Laurierstraat, Lindengracht, Rozengracht, en Tweede Tuindwarsstraat. In het oosten van de stad geldt dat voor de Geldersekade, Jodenbreestraat, Schippersgracht, Sint Antoniesbreestraat, Wittenburgergracht, en Zeedijk. Hoewel het bronmateriaal zeer beperkt en uiterst selectief is – de gemiddelde Amsterdammer gaat niet failliet! – weten we zo dat aan het einde van de achttiende eeuw tenminste vijftig boekwinkels voorgedrukte schuldbekentenissen verkochten. Een flink aantal.

Er bestond een zeer levendige markt voor schuldbekentenissen.

De Amsterdamse bronnen laten dus zien dat er een zeer levendige markt voor schuldbekentenissen bestaat. Voor veel achttiende-eeuwse Amsterdammers is een gang naar de (dure) notaris helemaal niet nodig: de schuldbekentenissen die zij nodig hebben, kunnen eenvoudigweg op een steenworp afstand gekocht worden!

Dit stuk is gebaseerd op onderzoek met Heleen Kole. Zie ‘Uncovering private credit markets: Amsterdam, 1660-1809’, in: Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 11:3 (2014), 39-72 (URL: http://doi.org/10.18352/tseg.145).

Christiaan van Bochove werkte van 2007 tot 2013 in de financiële geschiedenisgroep. Hij doet op dit moment onderzoek naar Nederlanders en hun hypotheken.