Van weekloon naar maandsalaris

Leestijd verdieping: 4 minuten
Loonzakje
Grafiek maandloon en weekloon
Vorige Pagina
Door Margreet de Nie-Sarink
Historicus en vrijwilliger


‘Ik kreeg geen loon, maar salaris!’, is bij een kopje koffie het verontwaardigde antwoord op mijn vraag hoe het loon van mijn gesprekspartner vroeger werd uitbetaald. Ik vertel haar over het onderzoeksproject Kasboekje van Nederland, waarbij ik onderzoek doe naar de manier waarop lonen werden uitbetaald en hoe dat in de loop der tijd veranderde. Haar antwoord maakt duidelijk dat het toen belangrijk voor haar was dat ze salaris en geen loon kreeg. Dat had te maken met standsverschillen, die we nu niet meer op die manier kennen.

Tot ver na de Tweede Wereldoorlog krijgen werknemers die met hun handen werken, de ‘blauwe boorden’, loon en degenen die op kantoor werken, de ‘witte boorden’, ontvangen salaris. Loon gaat meestal samen met minder gunstige arbeidsvoorwaarden dan salaris. Het loon wordt per week uitbetaald en salaris per maand. In de jaren zestig verandert dat en aan het eind van de jaren zeventig is het weekloon vrijwel verdwenen. Waarom en hoe gebeurde dat?

Het weekloon verdwijnt

Dat het weekloon verdwijnt, komt door twee ontwikkelingen: administratieve vereenvoudiging en het uit de weg ruimen van ongelijke behandeling. Het wekelijks opmaken van de loonlijst en het in orde maken van de loonzakjes – waarin ieders nettoloon precies afgepast wordt – is iedere keer weer een flinke klus voor de loonadministratie. Het uitdelen van de zakjes kost ook veel tijd want de loonadministrateur moet bij alle werknemers langs. Het komt ook voor dat hij zitting houdt en dat de werknemers bij hem in de rij staan om hun loonzakje in ontvangst te nemen. Het is dus een relatief duur onderdeel van de bedrijfsadministratie. Maandbetaling zou een stuk in de kosten schelen. Daarnaast sluit maandbetaling ook aan op veranderingen in de huishoudelijke betalingen zoals huur, gas en licht, premies en contributies. Immers, de geldophaler of kwitantieloper komt in de loop van de jaren vijftig en zestig steeds vaker maandelijks, en niet meer wekelijks, aan de deur.

Het uitdelen van de loonzakjes kost veel tijd

Tegelijkertijd verandert de maatschappij ook. De standsverschillen tussen ‘blauwe’ en ‘witte boorden’ raken uit de tijd. Het werk verandert: ook voor lager ingeschaald werk is een opleiding nodig en daarom worden de beloningsverschillen kleiner. Voor de werkgevers is er daarom minder reden om verschillende arbeidsvoorwaarden voor de twee groepen werknemers te hanteren. Met het overgaan op maandbetaling is een eerste stap naar gelijke behandeling gezet.

Het maandsalaris in één week opnemen

Zomaar van weekbetaling overgaan op maandbetaling, is natuurlijk niet mogelijk. Van werknemers kan niet verwacht worden dat zij met hun weekloon in één keer de maand overbruggen. Daarom treffen werkgevers bijna altijd overgangsmaatregelen. Ze kennen bijvoorbeeld een week extra loon toe of ze geven een voorschot en verschuiven de datum waarop het maandloon wordt uitbetaald. De werkgevers betalen dan het eerste maandbedrag bij vooruitbetaling, een week na uitbetaling van het laatste weekloon. Vervolgens schuiven ze de betaling van het maandloon iedere maand een paar dagen op. Zo wordt in de loop van één tot twee jaar de definitieve betaaldatum op het eind van de maand bereikt. Die lange overgang helpt werknemers ook om het gevoel kwijt te raken dat zij hun werkgever bijna een maandlang geld uitlenen, omdat ze zo lang op hun geld moeten wachten.

Werknemers nemen hun overgemaakte maandsalaris meteen in z’n geheel op

Wanneer een bedrijf overgaat op maandbetaling, duurt het meestal niet lang tot de volgende stap wordt gezet: de overgang naar de girale betaling, dat wil zeggen het automatisch overmaken via de giro of de bank.

Er zijn ook bedrijven die beide stappen – de stap van weekloon naar maandloon en de stap van loonzakje naar giraal betalen – combineren. Girale salarisbetaling is niet helemaal nieuw, er zijn bedrijven die het al langer doen. Ook zijn er bedrijven die een deel van hun werknemers op hun eigen verzoek al via de postgiro betalen. Maar voor veel werknemers is het een grote verandering: ze hebben misschien wel al een spaarrekening, maar de meesten hebben geen rekening bij de postgiro of bij een bank. Veel werkgevers helpen hun werknemers daarom bij het aanvragen van zo’n rekening. Ook moeten werknemers eraan wennen dat ze het geld niet contant in handen krijgen. Daarom nemen in het begin werknemers hun overgemaakte salaris meteen op. Het duurt ook even voordat ze vertrouwd zijn met het niet meer in handen hebben van contant geld. Dat gaat ook samen met het niet meer contant betalen van allerlei huishoudelijke kosten, zoals huur, gas en licht.

Geen loon, maar salaris

De term ‘weekloon’ raakt in onbruik, maar wordt niet vervangen door ‘maandloon’. Iedereen gaat ‘maandsalaris’ gebruiken en dat doen wij nu nog steeds. De ontwikkeling en het gebruik van deze drie termen is goed te volgen in historische kranten. Onderstaande grafiek is gemaakt met behulp van de gedigitaliseerde historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. De grafiek laat zien dat vanaf ongeveer 1960 ‘weekloon’ (de blauwe lijn) afneemt en ‘maandsalaris’ (de groene lijn) toeneemt. Die omslag is volledig gemaakt in de tweede helft van de jaren zeventig.

Wanneer ik mensen vraag naar de manier waarop vroeger hun loon of salaris werd uitbetaald, vertellen ze er altijd met enige weemoed over. En in gezelschap buitelt dan de ene herinnering over de andere, je zou er een hele website mee kunnen vullen. Maar uiteindelijk wil niemand terug naar de loonzakjes, integendeel, de volgende stap, digitaal of mobiel betalen, is door de meesten al gezet.