Jong geleerd is oud gedaan?
Opvallend veel kasboekjes die we krijgen, zijn afkomstig van schoolmeesters. Soms tientallen jaren achter elkaar noteerden zij heel precies de inkomsten en uitgaven van hun huishouden. En dat is oppassen geblazen voor ons onderzoek, want deze hoogopgeleide, enthousiaste cijferaars zijn vast niet representatief voor de Nederlandse bevolking. Maar hun minutieus bijgehouden schriftjes maken wel heel duidelijk wat er allemaal bij komt kijken om je geldzaken goed op orde te houden.
Grip op geld wordt dat genoemd door het Nibud, de organisatie die zich sinds de jaren zeventig bezighoudt met budgetvoorlichting aan Nederlandse huishoudens. In eerste instantie doet het Nibud dat met telefonische consulten, cursussen en brochures. Tegenwoordig zijn het vooral online tools die huishoudens helpen met het bijhouden van de administratie en het maken van financiële plannen. En toch, constateren de onderzoekers van het Nibud , lukt het honderdduizenden Nederlanders nog altijd niet om goed te budgetteren.
Netheid, discipline en kennis van zaken
De kasboekjes van schoolmeesters maken duidelijk waarom dat zo moeilijk is. Uit hun keurig bijgehouden overzichten spreekt netheid, discipline en kennis van zaken. Als onderwijzer moeten ze natuurlijk goed kunnen rekenen, maar schoolmeesters (en juffen!) zijn ook vertrouwd met het links en rechts boeken van inkomsten en uitgaven, het meenemen van bedragen naar een volgende bladzijde en het periodiek salderen van hun rekening. Deze kasboekjes bevatten bovendien niet alleen de dagelijkse boodschappen. Alle geldzaken van het gezin worden bijgehouden: de vaste lasten, besparingen voor grote uitgaven en soms zelfs periodieke overzichten per maand of jaar.
Heb je echt een goede opleiding en een beroep met regelmatige inkomsten nodig om geldzaken bij te houden?
Dat juist onderwijzers hun zaakjes goed op orde hebben, is niet zo gek als je bedenkt dat ze vaak de HBS hebben doorlopen, met boekhouden en handelskennis als basisvakken. Eenmaal aangesteld op een school, krijgen ze bovendien een vast salaris dat in de loop der tijd alleen maar toeneemt. Met zo’n stevige basis is het niet zo heel moeilijk om je geldzaken op orde te hebben en te houden. Maar dat roept ook de vraag op hoe dat dan voor andere Nederlanders is. Heb je echt een goede opleiding en een beroep met regelmatige inkomsten nodig om trouw en nauwkeurig je geldzaken bij te houden?
Op dit moment doen we onder andere ook onderzoek naar de geschiedenis van financiële voorlichting in Nederland. Daarbij stuiten we natuurlijk op de activiteiten van het Nibud en haar voorlopers, maar er gebeurt veel meer. Wat te denken van de inspanningen van het Ministerie van Landbouw en boerenbonden in de eerste helft van de twintigste eeuw? Ze zorgden dat boeren onderwezen werden in bedrijfsleer en boden hulp bij het voorbereiden van belastingaangiften. Of de pogingen van spaarbanken in diezelfde periode om Nederlanders aan te moedigen geld opzij te zetten? Er zijn prachtige affiches met spaarpropaganda bewaard gebleven. En dan zijn er nog de huishoudscholen die voor alle jonge meisjes rekenonderwijs verplicht stellen.
Honderden kasboekjes
Wie terugkijkt in de Nederlandse geschiedenis ziet dat er al meer dan honderd jaar geprobeerd wordt om huishoudens en kleine ondernemers te helpen met het beheer van hun geldzaken. En met succes, zou je denken als je de honderden kasboekjes bekijkt die we inmiddels gekregen hebben. Of toch niet, want als het inderdaad zo is dat alleen enthousiaste cijferaars, zoals schoolmeesters, de moeite nemen hun financiën nauwgezet bij te houden, dan is er meer nodig dan goedbedoelde voorlichting en degelijk onderwijs om grip op geld te krijgen. Maar wat dan? Met nieuw historisch onderzoek hopen we daar achter te komen.